,

10 tips om je bomen correct te knotten

geknotten bomen

10 tips om je bomen te knotten of herknotten

Straks starten we terug met het knotten van de bomen, want dit is echt winterwerk. Daarom geef ik je graag enkele nuttige tips mee. Zeker omdat ik tijdens mijn vele bezoeken bij klanten vaak geconfronteerd wordt met slecht geknotte bomen. En dit is jammer, want op deze manier kan je je bomen verliezen. De knotbomen hebben een grote natuurlandschap waarde, maar zijn ook belangrijk voor vele vogels en insecten, waterregulatie, …

1. Knotten, liefst om de 3 jaar

Al naargelang de ruimte die beschikbaar is voor de bomen, mag je gerust 2 , 3, 4 of 5 jaar wachten met knotten. Het beste moment is om de 3 jaar, dan zijn de takken ongeveer 5 meter lang en hierdoor nog makkelijk verwerkbaar. Als je veel langer wacht, worden de takken al maar zwaarder en worden ook de snoeiwonden die je maakt te groot.

2. Laat geen takken staan bij het knotten

Vaak zie ik dat mensen enkele takken laten staan, omdat ze denken dat het zo hoort. Dit heet schalmen, maar is eigenlijk geen goed idee. Het leidt ertoe dat deze takken zich als stammen op de onderstam gaan gedragen en veel te groot worden. Omdat het uitscheuren na een tijdje te gevaarlijk wordt, moeten deze ook verwijderd worden, waardoor je erg grote snoeiwonden hebt. Het heeft dus eigenlijk geen enkel voordeel.

3. De eerste knotbeurt van je knotbomen

Knotwilgen schieten het eerste jaar na het knotten in alle richtingen uit. Dit is geen enkel probleem, laat de boom maar doen en doe de volgende snoei na 3 jaar. Als de takken echt in de weg hangen (omdat ze naar onder groeien) kan je ze verwijderen, maar dit is echt niet noodzakelijk.

4. Knot op de juiste manier

Deze snoei heet de “egelsnoei”. Dit wil zeggen dat je de takken afzonderlijk snoeit en niet raakt aan de knot zelf van de boom. Je laat de stompjes mooi staan zodat de boom in de lente weer snel en mooi kan uitlopen. Hier zie je een correct toegepaste “egelsnoei”.

Geknotten boom

5. Knotten doe je nooit bij vorst

Anders gaat de wonde invriezen en is de schade veel groter. Het verse hout Is nog te gevoelig, waardoor de afgrendeling van de wonde moeilijker zal verlopen. De vrieskou zorgt ervoor dat de schade veel groter zal zijn dan de snoeiwonde zelf.

6. Knotten met scherpe snoeizagen of kettingzagen

Doordat het hout van knotbomen, zacht hout is, raad ik aan om steeds een scherpe handzaag te gebruiken. Met kettingzagen kan je de schors fel lostrekken van de takken en inscheuring veroorzaken aan de knot zelf.

Het blijft natuurlijk een hele klus. Zorg er voor dat je zaag daarom scherp staat en dat je genoeg boterhammen gegeten hebt.

7. Zaag op de correcte manier de tak af

Zorg ervoor dat je de tak op een correcte manier afzaagt om inscheuring van de tak in de knot te voorkomen.

Kijk hiervoor naar dit filmpje voor meer uitleg:

8. De oogst van de geknotte takken

De geknotte takken (of poten) kan je gebruiken om een nieuwe aanplant te doen van knotwilgen of populieren. Plant of sla de poot 1 meter diep in de grond. Je kan hiervoor een punt zagen aan de onderkant van de tak en hem met een hamer in de grond slaan. De bovenkant zal hierdoor wat beschadigd zijn, maar dit stukje zaag je dan terug proper af na de aanplant. En dan, groeien maar!

9. Kies de juiste soort van knotbomen

De wilg is de best gekende en ook gewoon de beste boom om te knotten. De wilg heeft er het minst problemen mee dat je hem iedere 3 jaar terug kaal zet. Eventueel kunnen linde en els dit ook verdragen. Maar mijn voorkeur gaat duidelijk naar de wilg.
Ander vaak vernoemde bomen zijn de populier, els, eik,… deze bomen zijn mijn insziens geen knotbomen omwille van het snel inrotten of afsterven van de bomen. In principe kan je iedere boom knotten, maar slechts weinig bomen zullen dit vele jaren overleven.

10. Gebruik de geknotte takken als stapelwand

Om een mooie afscheiding te maken, kan je hiervoor makkelijk je de net afgezaagde takken gebruiken. Zet hiervoor kastanje-palen in de grond en leg hiertussen de takken. Ze zijn een geliefd toevluchtsoord voor kleine vogelsoorten zoals het winterkoninkje en het roodborstje. Maar ook kleine zoodiertjes als de egel, hermelijn, wezels,… verschuilen zich graag in deze natuurlijke wand.