Bladluizen bestrijden doe je eenvoudig met lieveheersbeestjes of hun larven. Het zijn immers de natuurlijke vijanden van de bladluizen.
Onze dochter zaaide vorig jaar een appelboompje uit een zaadje van de appel die ze kreeg voor haar vier-uurtje. Haar appelboompje werd aangevallen door een zwerm bladluizen en ging hierdoor snel achteruit. De blaadjes werden slap en krulden op.
We pakten dit ecologisch aan en toonden de kinderen dat de natuur overal raad mee weet: we kochten larven van het lieveheersbeestje en zetten ze op haar appelboom. Na enkele dagen waren alle bladluizen opgegeten en nu hebben we een appelboompje in een grote pot in onze tuin.
Lieveheersbeestjes zijn de natuurlijke vijanden van bladluizen.
Elke plant kent zijn specifieke bladluis en zo bestaan er vele verschillende soorten. Het zijn groene, gele, bruine, zwarte,… plantenetende insecten die meestal niet groter zijn dan een halve centimeter.
Als je één bladluis ziet, zal je snel nog vele anderen vinden. Ze leven in kolonies en meestal op de onderkant van de bladeren; deze kunnen ze gemakkelijker doorprikken. Ze hebben ook interesse in de toppen van jonge stengels omdat de sapstroom daar veel voedingsstoffen bevat. Ze zijn vooral verlekkerd op de eiwitten. Die snoepen ze uit het blad of de stengel en nemen zo ook de suiker mee. Deze suiker hebben ze niet nodig en dat scheiden ze direct weer af.
De suiker vormt een kleverige stof op de rug van de bladluis en kan ook plekken achterlaten op ramen, of plaatsen rondom de groep bladluizen. Deze suiker noemt men honingdauw. Op deze zoetigheid komen de mieren af.
De lieveheersbeestjes leveren een mooie en krachtige strijd tegen ALLE bladluizen.
De plant krijgt omkrullende, vervormde bladeren. De plant zal uitdrogen terwijl ze toch genoeg water krijgt en sterft. De bladluizen brengen mogelijk ook virussen (bv. Het mozaïekvirus) en ziektes over van de ene naar de andere plant.
Dikwijls vind je bij de plaag ook mieren terug. De mieren zijn namelijk verzot op het suiker die de bladluizen afscheiden. Ze zijn als het ware bondgenoten en beschermen de bladluizen tegen hun natuurlijke vijanden.
Doordat de bladluizen de honingdauw afscheiden, kan er zich ook een zwarte schimmel ontwikkelen. Hierdoor gaat uw plant nog veel sneller achteruit.
Ja hoor! Sommige vogels, vooral de mezen, zijn efficiënte bestrijders van bladluizen. Ook de larven van zweefvliegen en gaasvliegen én kleine wespen zijn hun vijanden.
Planten in minder goede algemene conditie hebben meer last van bladluizen dan anderen. Zo is het perfect mogelijk dat slechts 1 plant werd aangetast in een groep van verschillende dezelfde planten. Let wel, ze verhuizen indien de eerste plant niets meer te bieden heeft.
Het is dus belangrijk dat de planten op een geschikte plaats staan en dat ze beschikken over de juiste dosis meststoffen. Niet te veel en niet te weinig, dit is de leuze. Op het gebruik van meststoffen kom ik later nog terug.
De adalia kunnen nog niet vliegen en ook de lieveheersbeestjes zullen niet wegvliegen tot zolang er voldoende voedsel (bladluizen) is.
Aangezien de larven direct beginnen te eten, zie je snel (binnen een paar dagen) resultaat. Bladluizen blijven zich natuurlijk vermeerden maar de lieveheersbeestjes eten sneller dan de voortplanting van de luizen. Gelukkig maar!
De plant zal uiteraard tijd nodig hebben om weer volledig op krachten te komen.
De lieveheersbeestjes worden geleverd in doosjes van 50 of 100 larven, samen met papieren zakjes om de larven in de buurt van bladluizenkolonies te hangen.
Bladluizenkolonies kunnen zich op zeer korte tijd tot een ware plaag ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om direct in te grijpen. Adalia bipunctata is een inheems lieveheersbeestje dat zich graag met verschillende soorten bladluizen voedt. De larve eet gedurende zijn ontwikkeling ongeveer 400 bladluizen. Een volwassen lieveheersbeestje kan tijdens haar verdere leven nog eens 5000 bladluizen verorberen.
Het lieveheersbeestje legt 30 tot 50 eitjes per dag. Na 1 tot 8 dagen komen de eitjes uit en gaan de larven ook al op zoek naar bladluizen. De larve heeft 20 dagen nodig en dan verpopt hij zich. Na 8 dagen is het een volwassen lieveheersbeestje.
Soort planten | Aantal larven |
---|---|
Rozen en bloeiende planten | 3 tot 5 larven / bloeiende twijg |
Sierheesters (kamperfoelie, klimroos) | 1 tot 2 larven / bladluiskolonie |
Houtig kleinfruit (bv. Aalbessen) | 3 tot 5 larven/twijg of 10 larven/sterke aantasting |
Laagstam fruitbomen | 10 tot 20 larven per boom of 1 tot 2 larven /bladluiskolonie |
Moestuin (sla, aardbei,…) | 2 tot 5 larven/plant |